StadsWeb

Stad meer dan droag brôôd

Content

StadsWeb

Op de schaarse mooie en zonnige dagen in de maanden februari en maart krijgen we bij een buitenwandeling over de dijken rond Stad een voorjaarsgevoel bij het zien van de eerste lammetjes, want ondanks de koude is dit de periode, waarin de eerste lammetjes geboren worden en bij zonnig weer van de buitenlucht profiteren.

Schapen in de wei

Het is vertederend deze speelse jonge dieren buiten te zien huppelen onder toezicht van hun zorgzame moeders, die vol trots en ijver lopen te grazen om hun pupillen van de nodige melk te kunnen voorzien.

Voor de schapenhouder zijn de maanden februari en maart de maanden van korte en vaak onderbroken nachtrust. Afhankelijk van het ras, hebben schapen bij het aflammeren min of meer hulp nodig en zeker is voortdurende aanwezigheid gewenst om in geval van problemen te kunnen helpen.

Als na deze zware maanden de lammetjes in de wei rondhuppelen, genieten veel wandelaars hiervan, meestal zonder te beseffen welk een zorg de schapenhouder heeft en heeft gehad om dit mogelijk te maken.

Niet altijd verloopt alles zoals men dat zou wensen. Als een schaap één of twee lammeren krijgt, zijn deze bij de geboorte meestal volgroeid om zonder al teveel menselijke hulp het leven aan te kunnen. Indien er sprake is van een drieling of vierling is dat in de praktijk wel eens anders. Zonder menselijke hulp halen veel lammetjes het dan niet en bij anderen loopt het in de beginperiode niet zoals je zou willen.

Een voorbeeld hiervan is een lammetje, dat op dit moment met kunst- en vliegwerk in leven wordt gehouden door de familie Korteweg, omdat het beestje zelf wil leven ondanks alle tegenslagen.

Allereerst een korte levensbeschrijving van het betreffende lam. Dit lammetje is geboren als één van een vierling en heeft, omdat hij de ruimte in de baarmoeder moest delen met nog twee andere broertjes en een zusje, te weinig voedingsstoffen binnengekregen om net zo groot te worden als zijn broertjes en zusje. Omdat de levensvatbaarheid na de geboorte niet zo groot was is het lam onder de warme lamp gelegd in de lammercouveuse. Het lam heeft dagelijks vele malen de fles gekregen. Na veertien dagen in de lammercouveuse was dit lam zover aangesterkt en gegroeid dat hij naar de groep met lammeren mocht die met de fles zijn grootgebracht. Na een aantal weken is het vervolgens de plicht van de schapenhouder om in één oor een identificatieplaatje te bevestigen en in het andere oor een elektronisch oormerk. Deze plicht hebben zij niet zelf verzonnen, maar is landelijk voorgeschreven door het ministerie van LNV. In veel gevallen geeft het indoen van deze merken geen problemen (ook mede dankzij de door de schapenhouder getroffen maatregelen in verband met hygiëne). Dit lammetje bleek echter allergisch te zijn voor de oormerken en dat uitte zich, in het opzwellen van de oren. Vervolgens zijn de oren afgevallen. Dit komt slechts bij hoge uitzondering voor, maar is geen onbekend verschijnsel. Door de zwakte van dit lam heeft ook de wol op sommige plaatsen losgelaten. Het lam wordt regelmatig behandeld tegen myasis (het leggen van eieren in de vacht door vliegen, waarna maden ontstaan die het levende schaap opvreten) en ontwormt (zoals trouwens alle schapen).

De vanaf zijn geboorte niet aflatende zorg van de schapenhouder is dan ook de reden waarom dit zwakke lam nog leeft. Het lam kijkt nog te kwiek uit de ogen om te worden afgemaakt. Dit laatste wordt alleen overwogen als het dier ernstig lijdt en geen levensvreugde meer beleeft. Hiervan is in dit geval zeker geen sprake.

Voor wandelaars, die in september en oktober over de dijken lopen, lijkt zo’n diertje verwaarloosd. Maar niets is minder waar. Zij kennen het levensverhaal van een dergelijk lammetje niet en maken de zorg van de eigenaar niet dagelijks mee. Iedere schapenhouder houdt van zijn dieren en zal alle mogelijke extra zorg geven aan zijn dieren, als de omstandigheden hierom vragen. Dikwijls is zijn gehele gezin daarbij betrokken.

Er is geen mooiere beloning denkbaar, als een dergelijk probleemlammetje zijn kinderziekten overwonnen heeft en gezond tussen de andere dieren opgroeit.