Door Pieter Prins
Dat je voor democratie in de praktijk niet op werkbezoek aan de Koningin Julianaweg in Middelharnis of zelfs in Den Haag moet zijn bleek maar al te zeer toen in het Trefpunt naar aanleiding van de gepresenteerde plannen op maandagavond 12 februari de discussie losbarstte.
Het eerste gedeelte van de avond was gewijd aan de presentatie van de initiatieven vanuit het dorp en bespiegelingen van experts op de materie, maar natuurlijk bleef het daar niet bij. Na de pauze was er volop ruimte om met elkaar van gedachte te wisselen. Allereerst werd daarom oud-wethouder G.J. de Jong naar voren geroepen om aan te geven hoe hij tegen de zaak aankeek. Hij gaf aan dat het zeker te prijzen valt in de bevolking, als deze aanklopt met concrete plannen, maar zijn reserve was wel dat van de provincie niet te veel verwacht mocht worden: âHier op Stad worden heel specifieke problemen ervaren die om een oplossing vragen, maar realiseer wel dat het dorp vanuit de provincie gezien maar een heel klein vlekje isâ. De Jong is kandidaat-statenlid voor de ChristenUnie en daarmee was de brug naar de provincie snel gemaakt.
Joop Tilbusscher in gesprek met Willem Topper, kandidaat-statenlid voor de VVD
Structuurvisie
De eerste die het woord nam was Oscar Dijkhoff van de fractie van GroenLinks in Zuid-Holland. Hij complimenteerde het dorp met de gepresenteerde initiatieven en gaf aan dat een dergelijke houding goed is om met Stad ook daadwerkelijk verder te komen. Hij haakte echter ook direct in op de opmerkingen van oud-wethouder De Jong door aan te geven dat de kaders van de provincie het individuele belang van het dorp ver te boven gaan. Dijkhoff wees op de nadruk van open ruimte in Zuid-Holland, om die ruimte te bewaren zijn contouren vastgesteld waaraan men zich bij (bouw)plannen moet houden. "Een partij als GroenLinks hecht er erg veel waarde aan openheid in het landschap te behouden."
Ook kandidaat-statenlid voor de VVD Willem Topper was enthousiast over alles wat vanuit Stad naar voren werd gebracht. Topper: âIk heb er alle begrip voor dat het dorp verder moet en ben dan ook van mening dat er zeker iets moet gebeuren. We moeten het niet laten zoals het is, want dan gaat alles alleen maar achteruitâ. Fractievoorzitter van het CDA in Zuid-Holland Hans Klein deelde die mening en gaf aan kleine kernen de ruimte te willen geven. De gemeenten moeten daarom volgens hem met een goede structuurvisie komen voor de toekomst. Andries van Dijk, statenlid voor de ChristenUnie-SGP wilde de werkgroep graag de waarschuwing meegeven goed te kijken naar de sociale gevolgen van grote uitbreiding op het dorp. Hij gaf aan dat een grote toestroom van nieuwe inwoners voor problemen kan zorgen in de samenleving van Stad aan ât Haringvliet.
Nu enkele statenleden hun statements hadden gemaakt was het de beurt aan het gemeentebestuur. Joop Tilbusscher gaf het woord aan burgemeester De Vries die aangaf dat de gemeente Middelharnis in samenspraak met de bevolking wil werken aan een goede structuurvisie. Ze gaf aan het te betreuren dat de voorzieningen van het dorp langzaam verdwenen waren. Vervolgens gaf zij het woord over aan de wethouder van Ruimtelijke Ordening, Philip van den Berg. Hij liet weten zeker iets te willen doen met de plannen en beloofde te kijken of het mogelijk was om met name de plannen voor de havenkom op het gebied van woningbouw en recreatie in het nieuwe bestemmingsplan mee te nemen.
Convenant
De opmerkingen van de wethouder deden de vraag naar boven komen waarom de bevolking niet betrokken was bij het convenant van gemeente en ontwikkelaars dat op 13 februari zou worden getekend door de initiatiefnemers van de huidige bouwplannen op het dorp. De wethouder gaf aan dat de gemeente hierin geen partij vormde, maar alleen de ontwikkelaars faciliteert. Het convenant is volgens hem slechts een overeenkomst tussen de drie betrokkenen, dat wil zeggen: Arcus, Kroon en Woongoed Flakkee. De gemeente is bij de plannen betrokken omdat het bestemmingsplan dient te worden herzien.
V.l.n.r.: Oscar Dijkhoff (GroenLinks), Joop Tilbusscher (Stad op Stelten) en Philip van den Berg (Wethouder R.O.)
Hoewel de herziening geënt is op de nieuwbouwplannen zoals die er nu liggen, is het gemeentebestuur erop gericht ook aandacht te geven aan andere zaken. Opnieuw kwam hier echter de provincie om de hoek kijken. Van den Berg: âDe provincie Zuid-Holland heeft hierin ook een grote rol en vanwege strikte handhaving van regelgeving met betrekking tot de contouren stelt zij de gemeente voor problemen. Waar op de ene plek een huis wordt gebouwd mag dat ergens anders niet en dat biedt weinig ruimte.â De discussie kwam terug bij het convenant, omdat in de laatste nieuwsbrief van de gemeente en de initiatiefgroep Stad Totaal duidelijk werd aangegeven dat de gemeente ook partij was bij ondertekening van het convenant. De wethouder kon deze onduidelijkheid niet wegnemen en hield vol niet te zullen tekenen.
De provincie was weer aan zet en statenlid Oscar Dijkhoff nam graag de gelegenheid om in te gaan op de woorden van wethouder Van den Berg. Hij wees nogmaals op het belang van open ruimte en gaf aan dat de gemeente zelf verantwoordelijk is voor de invulling van de contouren. Dijkhoff: âMiddelharnis is in de afgelopen jaren flink uitgebreid en dat is vrijwel geheel in de eigen kern gebeurd, er had toch best een deel van die ruimte kunnen worden gebruikt voor nieuwbouw op Stad?â Van den Berg wees op de centrumfunctie van Middelharnis waardoor er geen ruimte gelaten werd voor ontwikkeling in de omliggende kernen. Om dit in de toekomst te verbeteren en deze achterstand in te halen zal aan deze problemen in een nieuwe toekomstvisie meer aandacht worden gegeven.
Dorpsraad
Het slot van de discussie kwam in zicht en langzaam werd het tijd voor de vraag hoe verder te gaan. In eerdere gesprekken met de werkgroep heeft het college aangegeven dat de werkgroep Stad op Stelten niet als volwaardige gesprekspartner kon worden gezien. Van den Berg gaf aan de groep niet representatief te vinden en in de huidige vorm ontbreekt volgens hem de basis om legitiem als afvaardiging van de Stadse bevolking het gesprek met de gemeente aan te gaan. Om dit in de toekomst op te lossen stelde hij voor een dorpsraad in te stellen, zodat de bevolking van het dorp een volwaardige gesprekspartner kan zijn van het gemeentebestuur.
Joop Tilbusscher stelde de wethouder de vraag of de gemeente met de werkgroep om de tafel zou willen als er op korte termijn een dorpsraad zou zijn. Van den Berg: âAls u morgen een dorpsraad zou hebben zouden wij zeker met u in gesprek gaan, wij zouden sowieso met u in gesprek gaan, maar zonder dorpsraad hebt u daarvoor geen legitieme basis.â Als antwoord hierop nam Jan Roedoe het woord en gaf aan dat juridisch gezien Stad wel degelijk beschikt over een dorpsraad en wel in de vorm van de Stichting StadsWeb die in haar stichtingsakte doelen verwoordt die passen bij een dorpsraad. Binnen de stichting zijn bovendien middels diverse bijeenkomsten en activiteiten ongeveer 320 Stadse huishoudens actief. Roedoe: âWij hebben minimaal 0,7% van de bevolking achter ons nodig om onze zaken op de agenda te krijgen, op Stad staat dat voor 12 inwoners. Wij zijn toch wel iets verder gegaan dan die ondergrensâ.
De avond was al met al een sterk voorbeeld van burgerinitiatief en zowel de gemeentelijke als provinciale politiek kon zien dat vanuit een dorp als Stad aan ât Haringvliet een sterke bereidheid heerst om mee te praten over de toekomst van de kern. De wethouder zegde toe met de bevolking van Stad in gesprek te gaan en voorzitter Joop Tilbusscher riep de statenleden op iets met het statement van het dorp te doen: âAls u Stad een goed voorbeeld vind voor kleine kernen hopen wij dat u ons weet te vinden als onze belangen in het geding zijn, wij weten u in ieder geval wel te vinden.â
Zie ook: