StadsWeb

Stad meer dan droag brôôd

Content

StadsWeb

Behoudens twee uitstapjes naar NSVV, eerst voor drie seizoenen en later nog eens een jaartje, voetbalt hij al bijna 20 jaar in het eerste elftal van SNS, de vierdeklasser uit Stad aan ’t Haringvliet.

Arjan van Gurp

Hij traint er ook al vele jaren de jeugd en de inmiddels 34-jarige Arjan van Gurp mag je dus met recht een kind van de club noemen. We willen van hem weten waarom hij al zo lang voetbalt bij SNS en ook waarom hij dan toch een paar seizoenen elders heeft gevoetbald. En we willen weten hoe hij het zo lang volhoudt, want Arjan heeft een druk leven.

Wanneer maakte je debuut in het eerste elftal van SNS?

Arjan: ‘Dat was toen ik 15 jaar was. Piet Diepenhorst was de trainer die me eerst bij de selectie haalde en daarna liet debuteren. Ik heb bij SNS altijd als middenvelder en aanvaller gevoetbald in het eerste, nu ben ik linksbuiten.’

In 2010 vertrok je naar NSVV. Waarom? En hoe reageerde de mensen bij SNS daarop?

Arjan: ‘Ik had het fantastisch naar mijn zin bij SNS. Ik ben geboren en getogen op het dorp, had vanaf kindsbeen bij SNS gevoetbald, had er mijn vrienden. Was kind aan huis op de club. Ik had altijd gezegd dat ik nooit naar een andere voetbalvereniging op Flakkee zou gaan, maar SNS speelde al die jaren in de vierde klasse en even in de derde klasse en NSVV was een tweedeklasser. Zij belden of ik zin had om daar te komen voetballen. Ik wilde wel eens kijken of ik dat niveautje hoger ook aan kon en besloot die stap te zetten. Toen ik bij SNS kenbaar maakte naar NSVV te gaan, samen met mijn neef Dennie van Druningen, werd me dat op de club niet bepaald in dank afgenomen. Zoveel jongens waren er bij SNS nog niet vertrokken tot dat toe. Dus voor sommige mensen op de club was dat kennelijk wennen, want niet alleen Dennie en ik vertrokken, maar ook Pieter van Zielst ging weg. Hij ging naar Stellendam.’

Hoe was het bij NSVV?

Arjan: ‘Bij NSVV trof ik Hans de Rover als trainer en die zette me eerst in de verdediging, maar ik heb er ook als linksbuiten wedstrijden gevoetbald. Ik heb drie seizoenen lang alles gespeeld en veel leuke dingen meegemaakt. Mooi was dat we eens een bekerwedstrijd hadden uit bij SNS. Die wedstrijd wonnen we. Ook een beslissingswedstrijd tegen DBGC in Oude-Tonge wonnen we. Met 5-0 zelfs. Die middag lukte alles bij ons. Dit was een mooie afscheidswedstrijd, want ik had inmiddels al besloten terug naar SNS te gaan. Arie Kruithof, de voorzitter van NSVV heeft me als het ware gesmeekt te blijven, maar ik ben gegaan. Ik ben bij SNS ook een jeugdelftalletje gaan trainen, iets wat ik heel leuk vind. Toen ik terug in Stad aan ’t Haringvliet was en daar weer in het eerste voetbalde, bleef Arie me bellen. Elk jaar vroeg hij of ik weer naar NSVV kwam. Na drie jaar besloot ik weer te vertrekken bij SNS, want NSVV was inmiddels weer een tweedeklasser.’

Dat vonden ze bij SNS zeker weer niet leuk?

Arjan: ‘Nee, maar in tegenstelling tot die eerste keer deden ze nu niet moeilijk. Ze vonden het niet leuk, maar verder niks.’

Vertrok je naar NSVV om de centjes?

Arjan: ‘Dat vragen wel meer mensen, maar ik kan je met de hand op mijn hart verzekeren dat ik bij NSVV nooit geld ontvangen heb. Ik kreeg er twee paar voetbalschoenen, mijn reiskosten werden vergoed en verder niets. Bij NSVV werd niet betaald en nu nog niet, heb ik vernomen.’

Waarom dan toch weer NSVV?

Arjan: ‘Omdat die club een tweedeklasser was en omdat ik in de drie jaar die ik eerder bij die club had gevoetbald het erg naar mijn zin had om op dat niveau te voetballen. Alles is eigenlijk beter. De voetballers, de scheidsrechters, de manier van voetballen. Maar dat jaartje begon het toch te knagen bij me. We verloren in de nacompetitie van SC Botlek, waardoor we naar de derde klasse degradeerden. ‘Dan kan ik net zo goed weer bij SNS gaan voetballen’, dacht ik toen. Ik dus terug naar SNS, ook al omdat toch lekker dicht bij huis was. Ik ben een redelijk gevoelsmens en kreeg steeds meer het gevoel dat ik mijn clubje in de steek had gelaten. SNS is in mijn eigen dorp, ik woon er, ik trainde er nog altijd de jeugd. ‘Ik hoor eigenlijk gewoon thuis bij SNS’, ging ik steeds vaker denken en na dat seizoen bij NSVV besloot ik halverwege 2017 terug te keren naar SNS. En daar voetbal ik nu nog altijd.’

En net als al die andere jaren weer gewoon op het middenveld of in de voorhoede.

Arjan: “Ja. Linksbuiten ben ik nu, maar soms speel ik op het middenveld. De afgelopen seizoenen gooide corona roet in het eten, maar dit seizoen gaat het voortvarend. We voetballen niet altijd heel goed, zoals bijvoorbeeld in de thuiswedstrijd tegen OFB, maar we winnen wel vaak. En dat is het belangrijkste, toch? We staan momenteel op de derde plaats en het moet mogelijk zijn dit jaar bovenin mee te blijven draaien.’

Bij SNS voetballen veel jonge spelertjes, die de kneepjes van het vak nog moeten leren. Wat is jouw rol daarin?

Arjan: ‘Ik ben niet zo’n prater in het veld. Ik probeer die jongens wel af en toe te coachen en probeer dat altijd op een positieve manier te doen, want ik vind dat het er op het veld wat dat betreft soms te negatief aan toe gaat. Elkaar afbranden is niet zo moeilijk en dat vind ik wel eens jammer. Daarom probeer ik altijd positief te zijn. Maar heel de wedstrijd spelertjes coachen en aanwijzingen geven vanaf mijn linksbuitenpositie, dat gaat ook eigenlijk niet. Op die plek heb je namelijk niet goed zicht op het hele veld. Daarom wordt het elftal gestuurd en gecoacht door de jongens die op een meer centrale positie voetballen.’

Je bent inmiddels 34 jaar oud. Hoe lang ga jij dit nog volhouden?

Arjan: ‘Zolang het lichaam het toelaat, wil ik in het eerste blijven voetballen. Op dit niveau moet het niet zo moeilijk zijn op je veertigste nog centraal achterin te voetballen. Maar dan moet je wel fit zijn. Ik doe er alles aan om dat te zijn. Dat heb ik heel mijn leven al gedaan, ook in die seizoenen die door corona stilgelegd werden. Ik moet het afkloppen, maar ik ben gelukkig nog nooit lang geblesseerd geweest en ook trainingen heb ik niet vaak gemist. Ik kan me er wel eens aan ergeren dat sommige jongens zich heel makkelijk afmelden, bij wijze van spreken als ze met hun vriendin gaan winkelen. Ik zal dat nooit doen. Ik ben er altijd op de trainingen. Het is alleen jammer dat ik nu wat last heb van mijn hamstrings. Een paar weken geleden schoot het er ineens in op de training. Ik heb de zaterdag daarna nog wel een helftje gevoetbald tegen NTVV, daarna hele wedstrijden tegen OFB en Stellendam, maar in de wedstrijd tegen Flakkee schoot het er weer in. Tot overmaat van ramp kreeg ik ook nog eens corona, terwijl ik wel ingeënt was. In die twee weken dat ik daarom noodgedwongen binnen moest blijven, kon ik ook niet werken aan mijn herstel van mijn hamstringblessure, dus het is de vraag hoe het nu gaat. Nog even voorzichtig doen, denk ik. Daardoor miste ik trouwens ook de wedstrijden tegen FIOS en tegen Herkingen. Vooral het feit dat ik er tegen FIOS niet bij kon zijn, deed pijn. Want Hans de Rover, die ik bij NSVV had meegemaakt en die de afgelopen jaren een paar keer aan de telefoon hing met de vraag of ik weer bij hem kom voetballen, is daar trainer. Maar ik ga niet meer weg bij SNS. Ik blijf er in het eerste spelen zo lang het kan, want in een lager elftal voetballen of bij de veteranen, dat is nu nog niets voor mij. Daar ben ik veel te fanatiek voor. En ik blijf bij SNS ook de jeugd trainen, want dat vind ik ook heel leuk. Misschien dat ik later nog wel eens trainer van senioren word, maar daar denk ik nu nog niet aan. Eerst weer fit worden en dan nog lekker jaren blijven voetballen.’