StadsWeb

Stad meer dan droag brôôd

Content

StadsWeb
Onlangs was ik op visite in Den Haag, wandelde ik over het trottoir en groette ik een voorbijganger. Hij keek me geïrriteerd aan en wandelde verder. En ik kreeg heimwee naar Stad. Op straat groet je elkaar, zo hoort dat.
Joost mag het weten
Groet

Onlangs was ik op visite in Den Haag, wandelde ik over het trottoir en groette ik een voorbijganger. Hij keek me geïrriteerd aan en wandelde verder. En ik kreeg heimwee naar Stad. Op straat groet je elkaar, zo hoort dat. Psychologen zeggen dat het een afweermechanisme is van de geest dat hij soortgenoten tot onpersoonlijke stukken steen herleidt zodra hij er teveel van ziet, maar je zou dat ook luiheid van de geest kunnen noemen. Als kind heb ik een (lange) periode gehad waarin ik iedereen die ik op straat tegenkwam groette. In ons dorp, als ik in een stad was, altijd. Mijn ouders hebben me dat afgeleerd en uitgelegd dat niet iedereen behoefte heeft aan een welbedoelde groet door een roodharig jongetje met een goed humeur.

Maar ik blijf me doodergeren aan norse blikken van juffrouwen achter kassa’s, van andere automobilisten, van wandelaars in het park. Kabouters groeten ook maar zelden. Gelukkig is Stad een bijzonder dorp. Hier wordt gegroet bij het leven. Nu ken ik redelijk veel Stadtenaeren en ben ik in mijn werkzame leven eigenlijk voortdurend in het dorp te vinden en dat zorgt dat ik mijn hart op kan wat groeten betreft. Heerlijk. Maar ook onbekenden groet men hier. Vrienden en familie die hier op bezoek komen, zijn altijd onder de indruk van het gastvrije groeten dat men hier op straat doet.

En als ik groet, dan verwacht ik teruggegroet te worden. Doet men dat niet, dan maak ik me zorgen. Dat is de keerzijde. De volgende keer dat ik u tegenkom, hoop ik dat u dat in gedachten houdt: als ik niet gegroet word, slaap ik slecht. Mijn nachtrust is dus niet duur: een hand omhoog, een vriendelijke glimlach, een tik tegen de rand van de hoed. Soms voel ik me net een jongetje met een goed humeur.

Joost