StadsWeb

Stad meer dan droag brôôd

Content

StadsWeb
Omdat er steeds mensen vragen hebben over het lied over de moord op Stad hierbij een samenvatting uit het eilandennieuws van 31/01/2003 geschreven door streekarchivaris Jan Both.

De moord op de boerderij van Bol

Het boterde al lange tijd niet tussen de 31 jarige dienstbode Anna G. en de 19-jarige knecht Laurens E., beide afkomstig uit Oude-Tonge en werkzaam op de boerderij van Theodorus van der Bol op de Oostmoerse Scheidweg in Stad aan't Haringvliet (nu camping het Vogelnest van de familie Vogelaar). Zij was plagerig en autoritair van aard en hij was driftig en driftig. Ze kenden elkaar nog uit Oude-Tonge en in eerste instantie was Anna enthousiast over zijn komst en probeerde ze zelfs verkering met hem te krijgen. Ze gingen een paar keer samen uit maar daarna moest hij niets meer van haar weten.

Op maandagavond 23 mei 1910 was Laurens E. in de boomgaard bezig onkruid uit de heg te halen, omdat dit niet met de schrepel kon gebruikte hij een mes. Om ongeveer 17.45 uur kwam Anna het wasgoed binnen halen dat op de heg lag. Laurens had die dag gehoord dat zij hem er van verdacht sigaren gestolen te hebben en begon erover. Ze kregen ruzie want zij bleef erbij dat hij de dader was. Dit schoot Larens in het verkeerde keelgat en woedend nam hij het mes van zijn rechter hand over in zijn linker en gaf haar met zijn rechter hand een stomp waardoor zij achterover buitelde en op de grond terecht kwam. Ze verweerde zich en er ontstond een vechtpartij waarbij hij in blinde woede met het mes op haar instak. Bij de latere lijkschouwing telde men 23 messteken waarvan 17 in de rug en 3 om het hart.

Het was duidelijk dat de moordenaar met het verstand op nul in het wilde weg heeft gestoken en toch was zij niet op slag dood. Hij rende in paniek naar de boerderij waar de boerin alleen thuis was en stond te strijken. Hij riep: "ik heb ze doodgestoken! Ze kunnen je wel zo driftig maken!" Hij had het bebloede mes nog in de hand en toch wilde de boerin het eerst niet geloven, maar ten slotte ging ze toch met hem mee en vond Anna die na enkele stuiptrekkingen haar laatste adem uitblies. Door roepen werd een naburige arbeider gewaarschuwd en die haalde de dokter en de politie, die beide vlug ter plaatse waren. De moordenaar zat wat verder huilend langs de sloot en had daarin het mes gegooid. Volgens anderen had G. van Otzel het gegil van Anna gehoord en toen hij op de plek aankwam vond hij Anna dood op het bleekveld en zag hij hoe Laurens zich wilde verdrinken in de welput. Met hulp van andere aangesnelde personen werd hij gered en kreeg hij droge kleren aan voordat hij aan de politie werd overgeleverd voor verhoor en opsluiting. De dokter kon niets dan dan de dood vaststellen.

Op woensdag 25 mei arriveerde om 16.00 uur het stoffelijk overschot in Middelharnis, even later gevolgd door de moordenaar die begeleid werd door de Brigade Commandant en de Rijksveldwachter. Allebei werden ingeladen op de Onderneming, de Middelharnisser boot, zij in haar kist, hij in de boeien. Om 17.30 vertrok de boot volgens de verhalen eerst naar Oude-Tonge om Anna af te leveren alwaar zij zaterdag 28 mei werd begraven. Laurens ging mee tot Rotterdam waar hij zeven jaar in de strafgevangenis doorbracht.
Het verhaal heeft veel indruk gemaakt op het eiland en de rondtrekkende orgelman zong onderstaand lied. Ongeveer 20 jaar geleden werd de tekst door Wim van Ham weer gevonden en maakte hij er een nieuwe melodie bij voor zijn muziekgezelschap "Speelgoed", die het opvoerde met oude instrumenten en "smartlappen" van Herman Maas. Toen het op de Stadse dag in 2003 door dorpelingen werd opgevoerd bleken er nog diverse bejaarden te zijn die de oude wijs nog konden zingen. De Culturele Kring heeft een DVD waarop mevr. Wesdorp uit Sommelsdijk ondanks haar hoge leeftijd het hele lied uit haar hoofd zingt.
De familie van der Bol verkocht in 1914 de boerderij aan de familie Vogelaar.

Het lied over de moord:

Kom vrienden wil mij eens aanhoren
En luisteren naar mijn lied
Hetgeen ik zal verhalen
Wat er hier is geschied.
't Was op een schoonen avond
't Was in de maand van mei
De vogelen des hemels die zongen
En alles was vroolijk en blij
Maar op de boerderij van Bol
daar was geen vreugde of geen lol
Maar twist en tweedracht 't allen tijd
Al tussen de knecht en de meid.

Refrein:
O, jonkheid, o jonkheid bedenkt toch wat ge doet
Met messen te vechten kost vaak onschuldig bloed.

Antje ging waschgoed halen, buiten al van die heg
Zij moest nu voor alles betalen
Haar vijand stond haar in de weg
Ach had zij nu maar gezwegen
Dan was er misschien niets gebeurd
Maar de tijd was nu gekomen
Waar heel de familie om treurt
Men scheldt en sart elkander uit
En wat deed toen die lage guit
Hij nam een mes en stak tot smart
Maar meermaal in het hart

refrein

Zij viel voor dood ter neder
Nu had de beul zijn zin
Hij ging toen kalm naar huis toe
en riep om de boerin
Die kon het niet gelooven
Wat zij daar had gehoord
Zij spoedde zich daar henen
en vond de meid vermoord.
De knecht die vlucht ten einde raad
en overdacht het grote kwaad
Hij had berouw en wierp in nood
Zijn mes al in de sloot.

refrein

Een dokter werd ontboden
Politie verscheen alras
Maar hier was geen redding meer mogelijk
Daar zij reeds gestorven was.
De knecht wilde zich verdrinken
Daarom zocht hij den troost in den dood
Men haalde hem spoedig uit 't water
en redde hem toen uit de nood
Men gaf hen droge kleren aan
Hij riep met ogen vol getraan
Ik heb de schuld het valt me zwaar
Ik ben haar moordenaar.

refrein

Men bracht hem naar Rotterdam heenen
Om te ondergaan zijn straf
Daar zit hij vol droefheid te weenen
En Antje die rust in 't graf
Mocht dit nu een voorbeeld wezen
Voor ieder mensch groot en klein
Wilt liever elkander verdragen
Als twist soms of ruzie mocht zijn
Gij ziet hier menschen hoe het gaat
Als het boosheid wordt dan is het te laat
Twee jonge levens weggescheurd
Door heel de familie betreurd.

refrein

Wie meer wil weten over de Stadse geschiedenis moet beslist eens kijken op de historische site van StadsWeb: www.stadinvroegertijden.nl.