StadsWeb

Stad meer dan droag brôôd

Content

StadsWeb
Tinus Melaard (Stad 1939) is de jongste zoon van Johannis Melaard (de Smikkel, Stad 1900-1998) die op 1/8/1924 trouwde met Elizabeth van den Boogert (Stad 1900-1978). Nu is hij getrouwd met Judy de Ruiter uit Arnhem.

Door Herman Maas

Tinus Melaard (2008)  Tinus Melaard (2008)
De Smikkel en zijn kinderen

Tinus Melaard (Stad 1939) is de jongste zoon van Johannis Melaard (de Smikkel, Stad 1900-1998) die op 1/8/1924 trouwde met Elizabeth van den Boogert (Stad 1900-1978). Hij heeft boven zich zijn zuster Annie (Stad 1934 en getrouwd met schipper Cor Struik) en daarboven nog zijn broers Rien (getrouwd met Dien Arensman van Stad) en Adrie (getrouwd met Marie van Dam uit Ooltgensplaat).

Hij werd geboren in het "Hoagerhuus" tegenover café Smits. Deze drie woningen uit 1910 waren vernoemd naar het grote huis voor wel zeven gezinnen dat eerst op die plek gestaan had.

Tinus had er een heerlijke jeugd en speelde veel op straat en voetbalde tegen de muur. In de oorlog hadden ze het niet slecht omdat zijn vader bij Peekstok, de commissionair, werkte en tijdens de evacuatie in 1944 mocht hij in Vlaardingen voor het eerst naar de kleuterschool. Toen ze op een kar met paard langs de molen reden om naar Middelharnis Havenhoofd te gaan voor de evacuatie zei zijn moeder: "kijk maar even naar de molen, want het is misschien wel de laatste keer dat je hem ziet".

Op de kaai was het druk en daar kwam je als klein kind niet zo vaak. In café Peekstok kwam hij alleen om Nieuwjaar te wensen bij de baas van zijn vader en kreeg dan een fooitje en in café Smits om met zijn schoolvriendje Jan Smits te spelen. Op het gors werden tenten gebouwd (zie foto) en gezwommen, maar nadat zijn zus Annie een keer bijna verdronken was tijdens het zwemmen bij het havenhoofd moest hij die plek mijden van zijn moeder.

Zijn grootste vriend was Adrie Braber van de stee op Zeedijk 1 en naast voetballen en andere sporten vermaakten ze zich met de nummerborden opschrijven van de enkele auto's die toen over het dorp reden. Later gingen ze dat op de Weel doen want daar kwam meer verkeer langs. Hij verbaast zich erover dat hij ondanks dat ze het niet breed hadden, hij toch op de voetbal, de gym en zangvereniging Soli Deo Gloria mocht.
Hij speelde toneel met o.a. Rie de Wagter en Wim de Wachter. Dat hij vaak gekleed ging in afdragertjes van zijn grote broers en op zijn vijftiende op oude schoenen van zijn zus zijn entree in het eerste elftal van SNS maakte, heeft hij nooit als armoedig ervaren.

Naar mate je ouder werd verplaatsten je speel- en hangplekken zich steeds verder het dorp in en voetbalde hij met zijn vrienden bijvoorbeeld tegen de schuur van Willem Braber op Molendijk 1 en sneuvelde er daar weleens een ruit.

Van de oorlog herinnert hij zich de vliegtuigen die voedsel boven de Kaai dropten en waarbij veel in het water kwam en de geweren die naast de stoel thuis stonden als zijn vader de soldaten verplicht moest scheren en knippen. Vader had soms de neiging om met het vlijmscherpe scheermes een halsslagader te raken, maar kon zich bedwingen. Na de bevrijding maakte het kaalscheren van vrouwen die verdacht werden van een relatie met een Duitser een enorme indruk op de toen zesjarige Tinus.

Tinus en Adrie Braber voor tent  Tinus en Adrie Braber voor tent
Tenten bouwen op het gors. Let op de nu afgebroken bebouwing op de achtergrond.

Schooltijd
Na de oorlog ging hij naar de openbare school (volgens zijn vader werd er op de Christelijke school te veel gevloekt) en kwam bij juffrouw van Aken in de klas. Toen zij trouwde met Daan Ottevanger moest ze ontslag nemen (ze woont nu in de Goede Ree) en nam mevrouw Tanis de eerste klas over van haar. Op zijn zevende kreeg hij zijn eerste baantje als bezorger van het Parool en heeft dat tot zijn vertrek op zeventien jarige leeftijd gehouden. Verder hielp hij zijn vader soms in de moestuin aan de Stoofdijk achter Jan en Jans v/d Welle.

Hij had weinig met de schepen en de schippers van het dorp en ging pas veel later, toen hij al op de kweekschool zat, met zijn zus en zwager mee met de "Annie" en genoot dan enorm van al die reisjes want geld voor vakantie had je vroeger niet.

Na mevrouw Tanis kwam hij bij Wim Verhoeven in de klas. Deze onderwijzer was een vriend van zijn broer Adrie en woonde in bij Daan Ottevanger en zijn vrouw. Hij maakte niet alleen indruk met het gooien van borstels door de klas maar ook met het spelen op zijn "jankhout", zijn gitaar. Tinus wist toen hij vier was, en op de kleuterschool al schooltje speelde, dat hij ook meester wilde worden.
Namen uit zijn klas: Rien Maliepaard van Achterdijk 69-71, Rien Vink, Dammis Vroegindeweij en Theo Kamerling en Harm Bevaart. Achter de school was het gymlokaal waar ook DOTO gebruik van maakte en ook uitvoeringen werden gegeven. Burgemeester Brinkman werd er beëdigd omdat het gemeentehuis te klein was voor de vele genodigden.

Na een jaartje meester Wieringa kwam hij bij meester Tanis in de vijfde en zesde klas. Hij was erg op die meester gesteld en hij mocht na de zesde klas, die op april eindigde tot de grote vakantie de voorbereidende klas volgen en kreeg zelfs Frans van meester Frans Tanis. Omdat hij geen zoontje uit de gegoede stand was mocht hij niet naar de HBS en ging naar de openbare Mulo in Middelharnis, die bijna tegen de Christelijke Mulo was aangebouwd. Adrie Braber ging naar de landbouwschool en daarom fietste hij met Jan Smits naar school. Stadtenaeren uit die tijd waarmee hij omging waren Jaap Driesprong, Wim v/d Mast (die later naar Velp op de Middelbare Tuinschool ging), Annie Koppenaal en Lenie Goumare.

Als vertier op het dorp was er naast de verenigingen het op straat hangen op zaterdagmiddag en -avond. Hij ging vaak met Theo Kamerling met een Fiets/handkar met snoep onderaan de trap in de Nieuwstraat staan om zaken te doen en zelf ook te snoepen. Ook werd er patat gehaald bij bakker Silvius aan het begin van de Voorstraat. Er werden veel rondjes gelopen om elkaar te kunnen tegenkomen en te bekijken.

Ramp het dorp  Ramp de boerderij
Het water heeft tot aan de ramen van de schuur gestaan en het paard heeft zich gered door twee dagen met zijn voorbenen in de ruif te hangen en zo zijn hoofd boven water te houden.

De Ramp
Op die bewuste februarinacht logeerde hij bij Adrie Braber op de stee in de polder. Ze werden gewekt door de vader van Adrie die op zijn beurt gewekt was door de koplampen van een auto van iemand die op het slaapkamerraam scheen. Deze had niet naar de boerderij durven lopen omdat de dijk op doorbreken stond (zie foto van de zojuist weer provisorisch gerepareerde dijk) en de polder aan het vollopen was. Ze wisten zich te redden door snel iets over hun nachtkleding aan te trekken en in de koude nacht naar de dijk te rennen.
Toen de Zeedijk het dreigde te begeven gingen ze naar de Tilsedijk bij de boerderij van Mol en liepen vandaar richting het dorp en kwamen bij café Hokke. Daar waren al heel wat mensen en er lagen stapels kleren op het biljart voor de mensen die het koud hadden. Na een tijdje liep het café ook onder en moesten ze naar de zolder en brachten daar de nacht angstig door.

De volgende morgen zakte het water al weer iets en bleek er een gat in de dijk tussen het café en het dorp geslagen en konden ze niet naar het dorp. Van Rumpt reed toen een grote vrachtwagen met drie dubbele achterwielen in het gat en daarover kruipend konden ze naar het dorp. Daar was men al zandzakken aan het vullen om het dorp te beschermen als het water weer zou stijgen. Wat waren zijn ouders blij toen ze hem levend terugzagen.

Van het eiland af
Hij kwam met zeventien jaar van de Mulo en zou in Rotterdam in de kost moeten om naar de kweekschool te kunnen. Broer Adrie werkte bij de Heidemij en werd juist in die tijd overgeplaatst naar het hoofdkantoor in Arnhem en daarom werd besloten dat Tinus in Arnhem naar de Rijkskweekschool ging. Ze woonden in Oosterbeek en daar liep hij ook stage. Als hij naar Flakkee ging in het weekend mocht hij nog meespelen met SNS en stond de spelersbus bij een uitwedstrijd soms bij de boot te wachten. SNS is ook een keer bij hem in Oosterbeek vriendschappelijk tegen zijn nieuwe club Ostrabeek wezen spelen.

De dag van het behalen van zijn diploma kwam er iemand van zijn stageschool op de fiets langs toen hij voor zijn broer het gras aan het knippen was. Deze vroeg waar hij ging werken en toen Tinus zei dat hij dat nog niet wist, reed de man snel naar de directeur en deze ging vervolgens op zijn Solex bij de wethouder langs. Na een uur had hij een baan op de Jan Ligthart School, een schakeldetermineerschool (een soort voorloper van de huidige brugklassen). Daar heeft hij ruim 20 jaar gewerkt en vervolgens nog bijna 18 jaar als directeur van de scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs in Elst. Vorige week is hij nog naar het 50-jarig bestaan van de Ligthart School geweest.

Hij is getrouwd met Judy de Ruiter uit Arnhem. Hij is nu met pensioen maar heeft het nog drukker dan toen hij werkte o.a met zijn VVD-raadslidmaatschap en zijn kampeerauto. Hij komt nog steeds op Stad omdat zijn zus er woont en heeft nog contact met oude vrienden.
Hij heeft genoten van de reünie van SNS.

Trouwfoto  Jeugdportret
met broers Adrie en Rien en zus Annie