Hij werd geboren in Stad aan ‘t Haringvliet, groeide er op, heeft er heel z’n leven gewoond en nu is hij er de oudste inwoner: Hen Maliepaard. Donderdag 30 maart werd hij 101 jaar. En ter gelegenheid daarvan kreeg hij 's morgens wethouder Frans Tollenaar op visite, die hem namens het gemeentebestuur kwam feliciteren met z’n verjaardag.
Ondanks z’n hoge leeftijd is Maliepaard nog kerngezond, vitaal en glashelder. In z’n fraaie appartement in het Stadshuus, het woonzorgcomplex van Stad, woont hij dan ook nog zelfstandig en heeft hij ’t prima naar z’n zin. In huis doet hij het meeste nog zelf. Wassen, z’n bed verschonen, eten koken, naar Middelharnis om boodschappen, en als je hem vraagt of je een handje moet helpen, krijg je steevast te horen: “Nee or, dat ken’k zelf!”. Wel heeft hij wekelijks hulp in de huishouding, zodat hij bijvoorbeeld niet hoeft te strijken. En ook z’n kinderen staan ‘m meer dan eens terzijde. Bijvoorbeeld om boodschappen te doen. Autorijden heeft Maliepaard nooit gedaan. Als hij nu eropuit gaat is hij aangewezen op z’n elektrische rolstoel. Daar gaat hij mee naar de supermarkt in Middelharnis en keert hij er volgeladen, soms meer dan dat, mee terug. Maar als het weer niet best is, is ’t wel fijn als hij door z’n kinderen gereden wordt. Bovendien, die rolstoel gaat maar tien kilometer per uur. “Veel te langzaam”, vindt Maliepaard. “’s Winters is het best koud voor zo’n langzaam gangetje. En ’s zomers is ’t nog gevaarlijk ook: je zou erbij in slaap vallen”, lacht hij.
Als ventje heeft hij als koeienwachter gewerkt. “Dagen van vijf uur ’s ochtends tot ’s avonds zeven!” Daarna is hij in het land gaan werken. Op z’n 27e trouwde hij, middenin de Tweede Wereldoorlog, met Geertruida Ghijsels, die al weer twintig jaar geleden overleed. Uit hun huwelijk werden zes kinderen, achttien kleinkinderen en achttien achterkleinkinderen geboren. De eerste drie maanden na hun trouwen woonden ze in een heel klein huisje aan de Achterdijk. Daarna moesten ze evacueren, naar Leerbroek. Hier werd hun oudste zoon geboren. Na terugkeer naar Stad is het echtpaar aan de Kerkstraat gaan wonen, waar ze altijd zijn gebleven, en is Maliepaard bij een commissionair gaan werken. Later, in 1964, is hij tot aan zijn pensioen werkzaam geweest in de wegenbouw. In zijn vrije tijd was hij graag bezig in zijn moestuin en verzorgde hij thuis z’n grote bloementuin. Tot heupslijtage – daar heeft hij dan wel last van – dit niet langer mogelijk maakte. Fietsen is er daardoor ook niet meer bij. Maar gelukkig dat ‘ie dan nu toch z’n elektrische rolstoel heeft, ook al gaat ‘ie maar langzaam… En met z’n dagelijkse bezigheden in huis weet hij zich prima te vermaken. “Tja, als je er alleen voor komt te staan, merk je dat ’n vrouw ’n heleboel voor je doet hoor!”, lacht hij en geeft hij eigenlijk, zo veel jaar na dato, z’n echtgenote indirect nogmaals een pluim.