StadsWeb

Stad meer dan droag brôôd

Content

StadsWeb

"Ik zeg altijd: Syrië is mijn moederland en Nederland is mijn vaderland. Veiligheid krijg je van je vader." Dat zegt Ghida Kahil, die samen met haar man Fadi en hun dochter Dana in Stad aan 't Haringvliet wonen.

Het was even wennen, zo'n klein dorp, maar luttele jaren later zijn ze helemaal ingeburgerd. Ze staan ingeschreven voor een andere huurwoning. Die moet bij voorkeur wel in Stad staan, of in Middelharnis.

Fadi en Ghida Kahil woonden en werkten in Aleppo, in het noorden van Syrië. Hij was manager en samen met een aantal broers eigenaar van een import- en exportfirma in noten, zaden en specerijen én een fabriek die zoute koekjes maakte. Fadi had handelscontacten in allerlei landen en bezocht meermalen China. Ghida werkte in Syrië als accountant en financieel manager.

"Het was heel slecht in Aleppo", beschrijven ze de situatie van vijf, zes jaar geleden. "Er waren bombardementen. Vrouwen en kinderen werden gekidnapt en er kwamen ook veel mensen in de gevangenis. Echt slecht." Een broer van Ghida, die verplicht het leger in moest, kwam te overlijden en de moeder van haar schoonzus maakte een kidnap mee. Wat er van haar geworden is? Dat is niet bekend.

Voor de veiligheid
"Wij dachten: we moeten hier weg. Voor de veiligheid van Dana, voor de veiligheid van ons." Fadi ging eerst. In maart 2013 vluchtte hij naar Turkije. In Mersin, een grote stad in het zuidoosten van het land, woonde hij een tijdje in het huis van een vriend van zijn vader. Op Oudejaarsdag 2013 stak hij de ijskoude en gevaarlijke grensrivier tussen Turkije en Griekenland over. Vanuit Griekenland vloog Fadi naar Nederland.

"Waarom Nederland? Ik was veel in Engeland geweest, maar daar was het moeilijk om naartoe te vluchten. Van Nederland had ik gehoord dat er veel vrijheid is en dat de mensen vreemdelingen meer accepteren dan in andere landen. Nu, na vier jaar, kan ik zeggen dat dat klopt. Het was een goed advies om naar Nederland te gaan", vertelt Fadi. Ghida beaamt dat: "Nederland is een klein land. Het is makkelijk om ernaartoe te gaan, om te verhuizen, werk te vinden, contact te maken en om te gaan met de mensen. Nederland is een goed land voor ons."

Fadi landde op Schiphol, ging eerst voor drie dagen naar Ter Apel en kwam vervolgens in vijf verschillende azc's terecht. In het azc in Almere vond de gezinshereniging plaats, nadat ook Ghida en Dana Syrië waren ontvlucht. Dana weet het nog precies. "Het was op 21 juli, op mijn verjaardag", zegt ze in accentloos Nederlands.

Als familie
Na zes maanden wachten op een woning, kregen ze de sleutel van hun hun huis in Stad aan 't Haringvliet. "Het was of mijn bloed stopte met stromen in mijn lichaam", lacht Fadi nu. "We kwamen uit een grote stad, Aleppo. Dit is een klein dorp zonder winkel, zonder supermarkt. Zonder auto. Het eerste jaar was moeilijk. We kenden niemand." Ghida: "Maar we kregen al snel veel hulp. De mensen hier zijn vriendelijk. Ik heb echte vriendinnen, in Stad, Middelharnis, Den Bommel… Het is als familie. Wij willen niet meer verhuizen." Hooguit naar een wat grotere woning.

Het inburgeren ging na het eerste jaar goed. "De taal is echt moeilijk voor ons. We moesten eerst met drie bussen naar taalles in Zierikzee. Daarna met twee bussen naar Dirksland. Door de school hebben we bijna een jaar verloren, maar we zijn in minder dan drie jaar ingeburgerd." Door alle contacten die Fadi en Ghida opbouwden in hun nieuwe woonomgeving ging het beter met de taal. Ze hoefden steeds minder over te schakelen op het Engels.

Ghida was een tijdje penningmeester van de Wereldwinkel. Nu is ze het van de gymnastiekvereniging in Stad. Ook zit ze in de ouderraad van de christelijke basisschool waar Dana lessen krijgt en is ze daar overblijfmoeder. "Ik wil graag iets doen. Niet de hele dag thuis zitten."

Haar plan is om accountancy te gaan studeren om haar oude beroep weer te kunnen uitoefenen. "Ik wil naar de universiteit", zegt ze. Fadi, die zich nu als vrijwilliger van Vluchtelingenwerk nog vooral bezighoudt met het begeleiden van vluchtelingen, wil ook gaan studeren. Hij ziet wel wat in een tolkopleiding voor de talen Arabisch, Engels en Nederlands. Wie weet kan hij later ooit weer aan de slag in de handel. Nu is dat lastig, vertelt hij. Door het ontbreken van geld en contacten kun je niet zomaar beginnen met de import en export van noten, zaden en specerijen. Vroeger, in Syrië, was het anders. Toen rolde Fadi samen met zijn broers in het handelsbedrijf van zijn vader. En in de koekjesfabriek.

Van binnen vernietigd
Of ze ooit nog terug zouden willen naar Syrië? "Een moeilijke vraag", vinden Fadi en Ghida. "Dana groeit hier op. Hier is het goed. We missen de familie die er nog is, en het werk. Maar het duurt wel honderd jaar voordat het weer goed is in Syrië. Het zijn niet alleen de gebouwen die zijn vernietigd, maar ook de mensen. Van binnen."